Hoge Raad tikt Deutsche Bank op de vingers

Vandaag, 12 januari 2024, heeft De Hoge Raad geoordeeld dat Deutsche Bank een ondernemer (een bloementeler) niet mocht houden aan het dwangakkoord, een zogenaamde “settlement clause”, waarin Deutsche Bank de ondernemer had verboden om een claim wegens rentswapschade tegen Deutsche Bank in te dienen. Ook heeft De Hoge Raad het beroep van Deutsche Bank op verjaring van de claim verworpen.

Met dank aan cassatieadvocaat mr. Paul Tanja voor de prettige en productieve samenwerking in deze zaak.

Achtergrond van de zaak.

In 2013 had Deutsche Bank haar beleid gewijzigd en heeft toen 16.000 ondernemers als klant de deur gewezen, omdat Deutsche Bank haar beleid had gewijzigd. Het gaat om ondernemers met een rekening-courantkrediet. Deze ondernemers kwamen in 2009 gedwongen bij Deutsche Bank terecht toen deze bank onderdelen van ABN AMRO overnam.

Duizenden mkb-ondernemers zijn hierdoor in ernstige, zo niet fatale, problemen gekomen. Het was destijds vrijwel niet mogelijk naar een andere bank over te stappen, of soms slechts onder veel ongunstiger voorwaarden. Veel mkb-ondernemers kwamen daardoor in acute liquiditeitsnood. Dat zijn omstandigheden die De Hoge Raad relevant acht en laat meewegen.

De problemen werden nog verergerd doordat ondernemers rente- of andere swaps (een soort verzekeringsproduct) hadden afgesloten en, zoals in deze zaak, Deutsche Bank die swaps vervroegd had beëindigd en het krediet voortijdig had opgezegd en daarvoor een hoge break fee aan ondernemers had opgelegd.

Gepubliceerd op: rechtspraak.nl

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:19